Beroemde schilders ... én voorbeelden...
Passie voor kunst...
Barnett Newman...
Barnett Newman (New York City, 29 januari 1905 – aldaar, 4 juli 1970) was een Amerikaanse schilder en beeldhouwer. Barnett Newman was het pseudoniem van Baruch Newman. Hij wordt gezien als één van de leidende figuren in het abstract expressionisme en één van de belangrijkste Color Field-schilders.
Newman werd geboren in New York als zoon van een Joodse emigrant uit Polen. Hij studeerde filosofie in zijn geboortestad en werkte in de kledingfabriek van zijn vader. Vanaf 1930 maakte hij schilderijen in een soort expressionistische stijl, maar hij vernietigde al deze werken.
In de jaren 40 maakte hij eerste surrealistische werken die later naar zijn eigen zeggen steeds volwassener werden. Dit feit werd door hem gekarakteriseerd door grote vlakken van kleur gescheiden door verticale lijnen, Newman noemde deze lijnen "zips". In zijn eerste werken met deze "zips", waren de kleuren geschakeerd, maar later werden de kleuren puur en egaal. Toen Newman in 1948 de "Onement"-serie schilderde, vond hij dat zijn meest volwassen stijl. Vanaf 1943 publiceerde hij met Mark Rothko en Adolph Gottlieb enkele kunstmanifesten waarin de drie schilders pleitten voor een universele abstracte kunst doordrenkt met de dramatiek die ook in het leven zelf aanwezig is. Newman sloot zich in diezelfde jaren ook aan bij de kunstenaarsgroep de 'New York School', geïnitieerd door Robert Motherwell.
In 1950 hield Newman zijn eerste eigen tentoonstelling, welke zo kritisch ontvangen werd, dat hij zich tot 1958 terugtrok. De kritiek, maar ook de zelfkritiek bevorderden evenwel zijn ontwikkeling, zodat hij in 1958 met een tentoonstelling van zijn oeuvre kwam.
De "zips" bleven een constante factor in Newmans werk en zijn leven.
De meeste werken van Newman zijn abstract te noemen en veel van hen waren van origine naamloos. De werken die hij later nog een naam gaf, hadden vaak een Joods thema. Voorbeelden hiervan zijn de werken "Adam and Eve", "Uriel", en "Abraham". Abraham was overigens de naam van zijn vader. De Kabbalah, mythologie en de vroege Amerikaanse culturen waren zijn inspiratiebronnen.
Newmans latere werken, bijvoorbeeld Who's Afraid of Red, Yellow and Blue (serie) bestaan uit pure kleuren, vaak op zeer grote doeken. Kenmerkend is het radicaal reduceren van de vorm, waardoor grote egale kleurvlakken ontstaan. Dit mag ook een van zijn bekendste werken genoemd worden. De latere werken werden geschilderd met acrylverf in plaats van olieverf.
Newman wordt het meest gezien als een abstract expressionist door zijn werk in New York in de jaren 50.
Newman werd geboren in New York als zoon van een Joodse emigrant uit Polen. Hij studeerde filosofie in zijn geboortestad en werkte in de kledingfabriek van zijn vader. Vanaf 1930 maakte hij schilderijen in een soort expressionistische stijl, maar hij vernietigde al deze werken.
In de jaren 40 maakte hij eerste surrealistische werken die later naar zijn eigen zeggen steeds volwassener werden. Dit feit werd door hem gekarakteriseerd door grote vlakken van kleur gescheiden door verticale lijnen, Newman noemde deze lijnen "zips". In zijn eerste werken met deze "zips", waren de kleuren geschakeerd, maar later werden de kleuren puur en egaal. Toen Newman in 1948 de "Onement"-serie schilderde, vond hij dat zijn meest volwassen stijl. Vanaf 1943 publiceerde hij met Mark Rothko en Adolph Gottlieb enkele kunstmanifesten waarin de drie schilders pleitten voor een universele abstracte kunst doordrenkt met de dramatiek die ook in het leven zelf aanwezig is. Newman sloot zich in diezelfde jaren ook aan bij de kunstenaarsgroep de 'New York School', geïnitieerd door Robert Motherwell.
In 1950 hield Newman zijn eerste eigen tentoonstelling, welke zo kritisch ontvangen werd, dat hij zich tot 1958 terugtrok. De kritiek, maar ook de zelfkritiek bevorderden evenwel zijn ontwikkeling, zodat hij in 1958 met een tentoonstelling van zijn oeuvre kwam.
De "zips" bleven een constante factor in Newmans werk en zijn leven.
De meeste werken van Newman zijn abstract te noemen en veel van hen waren van origine naamloos. De werken die hij later nog een naam gaf, hadden vaak een Joods thema. Voorbeelden hiervan zijn de werken "Adam and Eve", "Uriel", en "Abraham". Abraham was overigens de naam van zijn vader. De Kabbalah, mythologie en de vroege Amerikaanse culturen waren zijn inspiratiebronnen.
Newmans latere werken, bijvoorbeeld Who's Afraid of Red, Yellow and Blue (serie) bestaan uit pure kleuren, vaak op zeer grote doeken. Kenmerkend is het radicaal reduceren van de vorm, waardoor grote egale kleurvlakken ontstaan. Dit mag ook een van zijn bekendste werken genoemd worden. De latere werken werden geschilderd met acrylverf in plaats van olieverf.
Newman wordt het meest gezien als een abstract expressionist door zijn werk in New York in de jaren 50.
Bijna zijn hele leven werd Newman als kunstenaar niet gewaardeerd. Hij heeft altijd in de schaduw gestaan van meer kleurrijke figuren in die tijd zoals Jackson Pollock en Willem de Kooning. Invloedrijke critici schreven enthousiast over Newman, maar het duurde nog tot het eind van zijn leven voordat hij meer serieus genomen werd. Toch was hij een belangrijke invloedfactor voor veel jongere schilders.
Hij overleed in New York na een hartaanval in 1970. Eerder in zijn leven had hij ook al een aanval gehad.
Hij overleed in New York na een hartaanval in 1970. Eerder in zijn leven had hij ook al een aanval gehad.
Mark Rothko...
Mark Rothko (Daugavpils (Letland), 25 september 1903 - New York, 25 februari 1970) was een Amerikaanse schilder. Marcus Rothkowitz, zoals hij oorspronkelijk heette, was een vertegenwoordiger van het abstract expressionisme, de zogenaamde colorfield-stroming.
Van blozend roze en jubelend geel, tot knallend blauw en somber zwart. Wanneer je voor de immense doeken van Mark Rothko (1903-1970) staat, voel je hoe je zijn wereld ingezogen wordt. De kleurvelden, opgebouwd uit zinderende verflagen, zijn van een ongekende intensiteit en verbeelden universele gevoelens als angst, extase, tragiek en euforie. Rothko was een intense kunstenaar die alles gaf en zoals vaker met grote kunstenaars, een moeilijk leven kende; gevoed door de ontgoocheling die de wereldoorlogen teweeg hadden gebracht en geteisterd door depressie. Een getormenteerde ziel die tot grootse kunst in staat was, en mensen tot op de dag van vandaag hiermee troost en verwondert. De tentoonstellingen van de Amerikaanse kunstenaar trekken een groot publiek en op veilingen levert zijn werk recordbedragen op.
Van blozend roze en jubelend geel, tot knallend blauw en somber zwart. Wanneer je voor de immense doeken van Mark Rothko (1903-1970) staat, voel je hoe je zijn wereld ingezogen wordt. De kleurvelden, opgebouwd uit zinderende verflagen, zijn van een ongekende intensiteit en verbeelden universele gevoelens als angst, extase, tragiek en euforie. Rothko was een intense kunstenaar die alles gaf en zoals vaker met grote kunstenaars, een moeilijk leven kende; gevoed door de ontgoocheling die de wereldoorlogen teweeg hadden gebracht en geteisterd door depressie. Een getormenteerde ziel die tot grootse kunst in staat was, en mensen tot op de dag van vandaag hiermee troost en verwondert. De tentoonstellingen van de Amerikaanse kunstenaar trekken een groot publiek en op veilingen levert zijn werk recordbedragen op.
Jackson Pollock...
Jackson Pollock (Cody (Wyoming), 28 januari 1912 – Springs-East Hampton (New York), 11 augustus 1956) was een van de invloedrijkste Amerikaanse kunstschilders. Zijn bijnaam Jack the Dripper kreeg hij door een artikel in Time Magazine van 20 februari 1956.
Pollocks werk wordt tot het abstract expressionisme gerekend, samen dat van met zijn tijdgenoot Willem de Kooning. De nadruk op de handeling van het schilderen noemt men action painting. De schilder liet de verf van zijn kwast in grillige slierten op grote op de grond liggende doeken druppelen. Vandaar de naam van dit soort werk: drippings. Deze dripping-techniek werd zijn handelsmerk
Pollocks werk wordt tot het abstract expressionisme gerekend, samen dat van met zijn tijdgenoot Willem de Kooning. De nadruk op de handeling van het schilderen noemt men action painting. De schilder liet de verf van zijn kwast in grillige slierten op grote op de grond liggende doeken druppelen. Vandaar de naam van dit soort werk: drippings. Deze dripping-techniek werd zijn handelsmerk
Wassily Kandinsky...
Wassily Kandinsky (Russisch: Василий Васильевич Кандинский, Vasili Vasiljevitsj Kandinski) (Moskou, 4 december 1866 – Neuilly-sur-Seine, 13 december 1944) was eenRussisch-Franse kunstschilder en graficus. Hij was een oomzegger van filosoof en psychiater Viktor Kandinski.
Kandinsky was aanvankelijk als jurist verbonden aan de Universiteit van Moskou. In 1896 vertrok hij naar München in Duitsland. Daar studeerde hij eerst twee jaar aan de Anton-Azbé-school en daarna aan de Akademie der Bildenden Künste. Kandinsky was één van de grondleggers van de kunstenaarsgroep de Phalanx en richtte na een jaar de Phalanx-Malschule op. Een van de leerlingen, Gabriele Münter, werd zijn levensgezellin.
Kandinsky was aanvankelijk als jurist verbonden aan de Universiteit van Moskou. In 1896 vertrok hij naar München in Duitsland. Daar studeerde hij eerst twee jaar aan de Anton-Azbé-school en daarna aan de Akademie der Bildenden Künste. Kandinsky was één van de grondleggers van de kunstenaarsgroep de Phalanx en richtte na een jaar de Phalanx-Malschule op. Een van de leerlingen, Gabriele Münter, werd zijn levensgezellin.
Claude Monnet ...
Monet werd geboren in Parijs en verhuisde toen hij ongeveer vijf jaar oud was met zijn familie naar Le Havre. Monet was in de jaren 1861-1862 in militaire dienst in Algerije, hetgeen zijn latere keus om vooral landschappen te schilderen beïnvloed kan hebben.
Monet begon met schilderen bij Charles Gleyre in Parijs. In 1867 woonde hij met Renoir bij Frederic Bazille. In de jaren daarna deelde hij een studio in Parijs met Bazille. Vanaf waarschijnlijk 1865 had Monet een relatie met Camille Doncieu. In 1867 werd hun eerste zoon, Jean, geboren in Parijs. Het paar trouwde in de zomer van 1870. Hun huwelijksreis brachten ze door in Trouville, maar vanwege de oorlog tussen Frankrijk en Pruisen vluchtten ze naar Londen. Via Nederland kwamen ze terug naar Frankrijk, om zich in 1871 te vestigen in Argenteuil. Deze plaats was gemakkelijk bereikbaar vanuit het Parijse station Saint-Lazare, waarvan Monet diverse werken heeft geschilderd. In deze periode werd Monet kortstondig welvarend, omdat zijn schilderijen goed verkochten.
Hij was bevriend met Frederic Bazille, Pierre-Auguste Renoir, Alfred Sisley en Édouard Manet. In 1878 werd de tweede zoon geboren, Michel, kort voordat de familie Monet naar Vétheuil verhuisde. In 1879 overleed Camille. Inmiddels leefde Monet ook samen met Alice Hoschedé en haar echtgenoot Ernest. Deze ongebruikelijke verhouding leidde tot veel geruchten en tot verwijdering van Monet van zijn collega-schilders. In 1883 verhuisde de ménage met hun acht kinderen naar Giverny. In 1891 overleed Ernest, waarna Monet en Alice konden trouwen. Vanaf dat moment ontstond een welvarend huishouden. In 1911 overleed Alice, gevolgd in 1914 door Monets oudste zoon Jean. Jean was getrouwd met de tweede dochter van Alice, Blanche. Blanche zorgde als weduwe voor de ouder wordende schilder, die 86 jaar is geworden.
Monet begon met schilderen bij Charles Gleyre in Parijs. In 1867 woonde hij met Renoir bij Frederic Bazille. In de jaren daarna deelde hij een studio in Parijs met Bazille. Vanaf waarschijnlijk 1865 had Monet een relatie met Camille Doncieu. In 1867 werd hun eerste zoon, Jean, geboren in Parijs. Het paar trouwde in de zomer van 1870. Hun huwelijksreis brachten ze door in Trouville, maar vanwege de oorlog tussen Frankrijk en Pruisen vluchtten ze naar Londen. Via Nederland kwamen ze terug naar Frankrijk, om zich in 1871 te vestigen in Argenteuil. Deze plaats was gemakkelijk bereikbaar vanuit het Parijse station Saint-Lazare, waarvan Monet diverse werken heeft geschilderd. In deze periode werd Monet kortstondig welvarend, omdat zijn schilderijen goed verkochten.
Hij was bevriend met Frederic Bazille, Pierre-Auguste Renoir, Alfred Sisley en Édouard Manet. In 1878 werd de tweede zoon geboren, Michel, kort voordat de familie Monet naar Vétheuil verhuisde. In 1879 overleed Camille. Inmiddels leefde Monet ook samen met Alice Hoschedé en haar echtgenoot Ernest. Deze ongebruikelijke verhouding leidde tot veel geruchten en tot verwijdering van Monet van zijn collega-schilders. In 1883 verhuisde de ménage met hun acht kinderen naar Giverny. In 1891 overleed Ernest, waarna Monet en Alice konden trouwen. Vanaf dat moment ontstond een welvarend huishouden. In 1911 overleed Alice, gevolgd in 1914 door Monets oudste zoon Jean. Jean was getrouwd met de tweede dochter van Alice, Blanche. Blanche zorgde als weduwe voor de ouder wordende schilder, die 86 jaar is geworden.
Vincent Van Gogh
Vincent Willem van Gogh (Zundert, 30 maart 1853 – Auvers-sur-Oise, 29 juli 1890) was een Nederlands kunstschilder. Zijn werk valt onder het postimpressionisme, een kunststroming die het negentiende-eeuwse impressionisme opvolgde. Van Goghs invloed op het expressionisme, het fauvisme en de vroege abstractie was enorm en kan worden gezien in vele andere aspecten van de twintigste-eeuwse kunst. Het Van Gogh Museum in Amsterdam is gewijd aan het werk van Van Gogh en zijn tijdgenoten. Van Gogh wordt tegenwoordig gezien als één van de grote schilders van de 19de eeuw. Deze erkenning kwam echter pas laat. Tijdens zijn leven werd maar één schilderij verkocht: De rode wijngaard (Poesjkinmuseum in Moskou). Anna Boch, een Belgische kunstenares en zus van zijn vriend Eugène Boch kocht het voor 400 toenmalige frankop de expositie van de Brusselse Les XX in 1890, een paar maanden voor Van Goghs dood.
Alfred Sisley...
Alfred Sisley (Parijs, 30 oktober 1839 – Moret-sur-Loing, 29 januari 1899) was een Frans impressionistisch kunstschilder. Sisley werd geboren in Parijs als kind van de daar wonende rijke Engelse zakenman William Sisley (1799 – 1879), die handel dreef met de zuidelijke Verenigde Staten. Na zijn schooltijd in Parijs werd Alfred in 1857 door zijn vader naar Londen gestuurd om zijn Engels te verbeteren en in het zakenleven carrière te maken. Hij bracht echter veel tijd door in musea, waar hij vooral het werk van Constable en Turner bestudeerde. Sisley voelde zich niet aangetrokken tot de zakenwereld en keerde in 1862 terug naar Parijs om kunstschilder te worden. Zijn familie steunde hem hierin en stuurde hem naar de École des Beaux Arts, waar hij studeerde onder de Zwitserse historieschilder Marc-Charles-Gabriel Gleyre. Gleyre, die ook latere grootheden als Claude Monet en Pierre-Auguste Renoir onder zijn hoede had, was geliefd bij zijn leerlingen omdat hij schilderen in de open lucht (en plein air) en originaliteit aanmoedigde. Sisley bracht ook veel tijd door met schilderen in het bos van Fontainebleau en was een leerling van Camille Corot. Gedurende de Frans-Pruisische Oorlog (1870) woonde Sisley enige tijd in Londen. Zijn vader verloor al zijn geld als gevolg van deze oorlog, waardoor Sisley alleen van de verkoop van zijn schilderijen moest leven. In tegenstelling tot sommige andere impressionisten deed hij weinig aan zelfpromotie, waardoor hij pas in zijn laatste jaren enige erkenning kreeg en het grootste gedeelte van de rest van zijn leven in armoede doorbracht. In 1870 trouwde hij met Louise Adélaïde Eugéne Lescouezec (1834 - 1898), die hem een zoon (Pierre, 1867) en een dochter (Jeanne, 1869) schonk.
Eugène Boudin ...
Eugène Boudin (Honfleur, 12 juli 1824 – Deauville, 8 augustus 1898) was een Frans kunstschilder. Hij is voornamelijk bekend van zijn schilderijen met zee- en strandgezichten, en geldt als een voorloper van het impressionisme. Boudin werd geboren te Honfleur, een havenstadje aan de Normandische kust, en kwam uit een zeevaartfamilie. Als jongen voer hij mee op het schip van zijn vader, en had toen alle gelegenheid de zee en de kusten te leren kennen.
Zelf begon hij een lijstenmakerij en in zijn vrije tijd schilderde hij. Een van de schilders die bij hem materiaal kochten was Jean François Millet. Aan hem durfde Boudin zijn werk wel voor te leggen. Millet bracht er enkele correcties in aan, maar raadde hem aan zelf geen schilder te worden.
Deze laatste raad sloeg Boudin in de wind. Hij liet de winkel over aan zijn compagnon en ging naar Parijs om er in het Louvre schilderijen te kopiëren. Op aandringen van zijn vroegere klanten gaf de gemeente Le Havre hem een beurs voor drie jaar. Na deze periode maakte hij echter niet de vriendelijke genrestukken waarop men gehoopt had. In plaats daarvan maakte hij studies in de open lucht. Hij had begrepen dat "de tijd van de romantici voorbij was.
Voortaan moeten we de eenvoudige schoonheid van de natuur zoeken... de natuur zoals die werkelijk is in al haar verscheidenheid en ongereptheid." Hij liet zich voornamelijk inspireren door de Normandische kust, met name Deauville en Trouville-sur-Mer. Hij wordt ook wel "Schilder van Stranden" genoemd, een naam die eigenlijk onterecht is, aangezien het strand in zijn schilderijen slechts een klein gedeelte inneemt. Hij was een van de eerste Franse landschapsschilders die in de open lucht werkten.
Zijn strand- en zeegezichten vormen een directe band tussen het naturalisme van de vroege en het impressionisme van de late 19e eeuw. Boudin is degene geweest die Claude Monet in deze methode van buiten schilderen heeft geïntroduceerd. Tussen 1875 en 1890 heeft Boudin vaak de Nederlandse en Belgische stranden bezocht en daar veel geschilderd. In 1892-1895 deed hij hetzelfde in Venetië.
Zelf begon hij een lijstenmakerij en in zijn vrije tijd schilderde hij. Een van de schilders die bij hem materiaal kochten was Jean François Millet. Aan hem durfde Boudin zijn werk wel voor te leggen. Millet bracht er enkele correcties in aan, maar raadde hem aan zelf geen schilder te worden.
Deze laatste raad sloeg Boudin in de wind. Hij liet de winkel over aan zijn compagnon en ging naar Parijs om er in het Louvre schilderijen te kopiëren. Op aandringen van zijn vroegere klanten gaf de gemeente Le Havre hem een beurs voor drie jaar. Na deze periode maakte hij echter niet de vriendelijke genrestukken waarop men gehoopt had. In plaats daarvan maakte hij studies in de open lucht. Hij had begrepen dat "de tijd van de romantici voorbij was.
Voortaan moeten we de eenvoudige schoonheid van de natuur zoeken... de natuur zoals die werkelijk is in al haar verscheidenheid en ongereptheid." Hij liet zich voornamelijk inspireren door de Normandische kust, met name Deauville en Trouville-sur-Mer. Hij wordt ook wel "Schilder van Stranden" genoemd, een naam die eigenlijk onterecht is, aangezien het strand in zijn schilderijen slechts een klein gedeelte inneemt. Hij was een van de eerste Franse landschapsschilders die in de open lucht werkten.
Zijn strand- en zeegezichten vormen een directe band tussen het naturalisme van de vroege en het impressionisme van de late 19e eeuw. Boudin is degene geweest die Claude Monet in deze methode van buiten schilderen heeft geïntroduceerd. Tussen 1875 en 1890 heeft Boudin vaak de Nederlandse en Belgische stranden bezocht en daar veel geschilderd. In 1892-1895 deed hij hetzelfde in Venetië.
|
|